Menu

Principiële uitgangspunten

In de brochure schoolprofiel is te lezen wat de identiteit van de school is en hoe die wordt uitgewerkt. In dit leerlingenstatuut geven we alleen een korte samenvatting.
  1. Het college van bestuur, dat is de bestuurder, is het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag van de Pieter Zandt scholengemeenschap, gevestigd te Kampen, belijdt dat het zich hartelijk en onvoorwaardelijk gebonden acht weet aan de Bijbel: als het onfeilbaar Woord van God.
  2. Het bevoegd gezag onderschrijft zonder voorbehoud de vroegchristelijke belijdenisgeschriften en de Drie Formulieren van Enigheid, zoals die zijn vastgesteld door de Synode van Dordrecht in 1618/1619. De kerk na de Reformatie heeft deze belijdenisgeschriften aanvaard als betrouwbare weergaven van de hoofdzaken van de Bijbelse leer.
  3. Wij geloven dat God ons Zijn Woord, de Bijbel, heeft gegeven om Hem te leren kennen en te horen van Zijn boodschap van verlossing voor zondige mensen door het offer van Jezus de Zoon van God.
  4. De Bijbel is onze hoogste norm voor leer en leven en daarmee dus ook voor de opvoeding van de kinderen, voor het functioneren van de school als onderwijsinstelling en voor het besturen van de school door het bevoegd gezag.
  5. Op school gebruiken we de Statenvertaling.
  6. We willen een christelijke leer- en leefgemeenschap zijn, handelend overeenkomstig Bijbelse kernwaarden, zoals die onder het kopje “kernwaarden” staan genoemd. Op die kernwaarden is iedereen in school aanspreekbaar.

Bovenstaande uitgangspunten hebben gevolgen voor onze visie op:

Igezag en pedagogisch klimaat
IIonderwijs en vorming
IIIeen christelijke leef- en leergemeenschap
IVkernwaarden

I Gezag en pedagogisch klimaat

Het reformatorisch onderwijs houdt zich aan de normen van Gods Woord en de daarop gegronde belijdenisgeschriften. Deze normering is de grondslag die bepalend is voor het pedagogisch klimaat en voor de organisatie van het onderwijs. Die samenbindende grondslag gaat er vanuit dat alle betrokkenen zich in al hun handelen onderwerpen aan het Woord van God, tot eer van God en tot heil van de naaste in kerk, school en maatschappij. Tot deze gezamenlijke onderwerping aan het Woord (de Wet van de Heere) behoort nadrukkelijk dat we erkennen dat er zowel verschil in bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn, als verschil in rechten en plichten.

Dat houdt in dat van personeel en van leerlingen wordt verwacht dat zij zich bewust zijn van gegeven gezagsverhoudingen, hun plaats daarin kennen én daar inhoud aan geven.

II Onderwijs en vorming

Het onderwijs heeft als doel aan leerlingen kennis en inzicht over te dragen en hen vaardigheden bij te brengen, waarmee tegelijkertijd inhoud wordt gegeven aan de vorming en opvoeding van jonge mensen. De school beseft hierbij dat de vormings- en opvoedingsverantwoordelijkheid allereerst bij de ouder(s)/verzorger(s) berust. Zij beloofden immers bij de doop hun kinderen in de in het doopformulier uitgelegde leer te doen en te helpen onderwijzen”. Om dit “doen onderwijzen” te concretiseren kiezen de ouders onder andere bewust voor een reformatorische school. Dat maakt de school medeverantwoordelijk voor de vorming en toerusting van leerlingen.

Deze ouderlijke opvoedingsverantwoordelijkheid is voor wat betreft het doen onderwijzen voor een belangrijk deel aan de school overgedragen.

Uit het bovenstaande volgt dat onderwijs en begeleiding steeds moeten plaatsvinden vanuit Bijbels perspectief. Gods Woord leert ons dat wij ons leven en werken in dienst moeten stellen van God en onze naaste. De school moet niet alleen de leerlingen hierop wijzen, maar hen ook oefenen hun gaven en talenten met dit doel te leren gebruiken. Tegelijk benadrukken we dat ten diepste alleen Gods genade de weg opent tot het leven naar Bijbelse maatstaven.

III  Een christelijke leef- en leergemeenschap

We kunnen de opdracht om een bijdrage te leveren in de persoonlijkheidsvorming van onze leerlingen alleen inhoud geven als de school als geheel, en daarbinnen elk team, een christelijke leef- en leergemeenschap is. Een christelijke leefgemeenschap is een (mini) samenleving waarin onderlinge verhoudingen zijn gebaseerd op de geboden van God. Die geboden dienen tot geestelijk en maatschappelijk welzijn. In onze christelijke leefgemeenschap vinden we een persoonlijke benadering belangrijk voor de vorming van leerlingen.

Binnen een christelijke leergemeenschap werken we vanuit Bijbels perspectief trouw aan het verwerven van kennis, inzicht, vaardigheden en houding, voor zover nuttig en noodzakelijk vanuit de opdracht van onze school en de eisen van overheid en samenleving.

De christelijke leergemeenschap is herkenbaar aan een lerende houding: een actieve opstelling waarin ieder zijn verantwoordelijkheid neemt en werkt aan kwaliteit.

De kern van de christelijke leefgemeenschap is het liefdevol samenleven en de kern van de christelijke leergemeenschap is het trouw leren. Ze vormen een twee-eenheid om onze opdracht te vervullen tot de vorming van onze leerlingen.

IV Kernwaarden

Onderwijs en vorming worden gestempeld door de geboden van God, waarvan de samenvatting is dat we God moeten liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf. De door ons gekozen kernwaarden moeten ons helpen om daaraan in de dagelijkse praktijk invulling te geven